Zoals bijna altijd wanneer de ACA wat organiseert schijnt de zon. Dit keer vallen haar stralen op een stuk of 50 druk timmerende jongens en meiden. Ze zijn nestkastjes aan het timmeren. Hylke, Gosse en Goaitsen hadden al het nodige zaagwerk vooraf gedaan, en hebben gezien de opkomst nog rap wat bijgemaakt. Dus voor de kinderen was het vooral de kunst om de plankjes op de juiste manier tegen elkaar te zetten en de spijkers er zo recht mogelijk in te slaan. Daarbij duimen en vingers zoveel mogelijk vermijdend.
De 2 mezen boven zijn koolmezen (zwart kopje, iets groter), de 2 beneden zijn pimpelmezen (grijs kopje).
Koolmezen en pimpelmezen nestelen in holtes. En een nestkastkje heeft daar nogal veel van weg, dus dat vinden ze ook leuk. Ze zijn een dikke week bezig met het bouwen van een nest. Daarna 1 tot 2 weken met het leggen van de eitjes. Vervolgens 2 weken geduld oefenen en de eitjes warm houden. Overigens gaat het vrouwtje tijdens het broeden elk uur even het nest uit. Op het nest wordt ze ook gevoerd door het mannetje. De kleintjes hebben nadat ze uit het ei kruipen een week of 3 nodig voor ze uit kunnen vliegen. In die tijd slepen de ouders zo'n 5000 insecten het huisje in. En de mest die dat oplevert komt in soort mestzakje de jongen uit zodat het netjes afgevoerd kan worden. Meestal zijn de ouders na het uitvliegen klaar voor dat jaar; koolmezen leggen soms voor een tweede keer.
En zo ging het klussen er aan toe:
Verdelen van de onderdelen
Vooral het begin is lastig: 1 hand voor het plankje, de andere voor de hamer. Dan mis je er nog één om de spijker vast te houden........ Daar had Darwin met de evolutietheorie toch mooi niet aan gedacht.
Maar als het begin er éénmaal is loopt het verder wel.
Jammer dat het foto's zonder geluid zijn, al dat geklepper van de hamers is een leuk geluid.
Even een handje helpen waar dat nodig is.
"Zit het zo goed?" "Volgens mij wel!"
Als het vlieggat 27 mm is kan de pimpelmees er wel in maar loopt een koolmees met een dikke buik klem, die heeft liever een gat van 32 mm.
Volgende fase: het schilderen. Groen, want dat combineert leuk met het blauw van de duimen. En het schijnt overigens dat de mezen het ook een prettige kleur vinden.
Tevreden terugkijken op een leuke middag.
Op de achtergrond worden nog wat puntjes op de i gezet.
Tot slot moeten de kastjes uiteraard worden opgehangen om er ook mezen in te krijgen. De kans is het grootst wanneer de vliegopening naar het oosten is gericht (dan regent het niet in). Onder een rand of afdak maakt de richting van de opening minder uit. Mezen hebben een territorium van ongeveer 15 meter, dus de volgende kast moet minstens 30 meter verderop hangen. Denk aan de katten, hang een huisje dus zeker een op ee meter of 2 hoogte. Na bewoning schoon maken, anders komt er geen nieuw paartje kijken.